Wetenschappelijke kennis is nuttig om onze samenleving in te richten. Toch gaat het belang van wetenschap veel dieper dan dat. Het vermogen van de mens om de wereld te onderzoeken is een gave van God en is intrinsiek waardevol. Wie natuurwetenschappelijk onderzoek doet, kan zich regelmatig verwonderen over de pracht van de schepping. Sociaal- en geesteswetenschappelijk onderzoek geeft inzicht in de kennis en kunde van de mens. Zo vertelt de schepping ​ons ten diepste over de grootheid van de Schepper van mens, dier en natuur (NGB, art. II). Wie op een gelovige manier wetenschap bedrijft, ziet het ontwerp en het handelen van de Schepper in zijn onderzoek. Daardoor wordt een gelovige wetenschapper daadwerkelijk wijzer. SGP-jongeren wil het verrichten van wetenschappelijk onderzoek dan ook ruimhartig ondersteunen. De volgende punten verdienen onze speciale aandacht:

De doelen van wetenschappelijk onderzoek

Wetenschappelijk onderzoek is heel breed, zowel inhoudelijk als methodisch. Dat maakt het voor de politiek moeilijk om goed te definiëren wat wetenschappelijk of maatschappelijk relevant is en wat niet. De overheid moet deze taak dan ook zo veel mogelijk aan wetenschappers zelf overlaten. Vooral bij de geesteswetenschappen is maatschappelijk nut moeilijk definieerbaar. Bovendien blijkt uit de praktijk dat wetenschappelijke en maatschappelijke relevantie sterk samenhangen, doordat vernieuwing in wetenschappelijke debatten zich vanzelf door vertaalt in meer maatschappelijk gericht onderzoek. Daarom moet maatschappelijk nut minder zwaar gaan meewegen bij de financiering van wetenschappelijk onderzoek. In de praktijk is dit het gemakkelijkst te realiseren door een deel van het onderzoeksbudget te verschuiven van NWO naar de eerste geldstroom, het geld dat rechtstreeks naar onderwijsinstellingen vloeit.

Het Nederlands als wetenschappelijke taal

De banden tussen academie en samenleving kunnen worden versterkt door vaker voor Nederlandstalige publicaties te kiezen. Dit speelt vooral in de sociale wetenschappen en de geesteswetenschappen. Een deel van het geld van NWO voor deze wetenschappen moet worden gereserveerd voor Nederlandstalige publicaties.

Onderzoeksethiek

Er moet meer politieke aandacht komen voor de ethische implicaties van wetenschappelijk onderzoek. De politiek moet in het bijzonder nagaan in hoeverre de huidige wetgeving nog voldoende is om onverantwoord onderzoek rond kunstmatige intelligentie en andere digitale technologieën te voorkomen, gezien de snelle ontwikkelingen op dit onderzoeksterrein. De wetgeving voor medisch-ethisch onderzoek is in elk geval te ruim (zie verder bijvoorbeeld het standpunt over embryo-onderzoek).

Academische vrijheid

We mogen dankbaar zijn dat er in Nederland alle ruimte is om in vrijheid in de wetenschap actief te zijn, ook als christen. Tegelijkertijd is academische vrijheid nooit vanzelfsprekend. Daarom moeten universiteiten intern goed vastleggen hoe zij waarborgen dat iedere wetenschapper zich vrij voelt om zijn onderzoeksresultaten te delen, ook als die niet op applaus kunnen rekenen. Hedendaagse gevaren zijn bijvoorbeeld beïnvloeding door buitenlandse mogendheden en bedreigingen. Vooral China laat zich hierin gelden. SGP-jongeren wil dat de minister in gesprek gaat met hogescholen en universiteiten over het verbreken van de banden met onderwijsinstellingen en onderzoeksinstituten uit landen die een geopolitiek gevaar voor Nederland vormen, zoals nu China en Iran.

Concreet:

  • Onderwijsinstellingen moeten een groter deel van de onderzoeksbudgetten van de overheid rechtstreeks ontvangen. In ruil hiervoor moeten de budgetten voor NWO worden verlaagd;
  • De geesteswetenschappen verdienen een groter deel van het budget voor wetenschappelijk onderzoek;
  • NWO moet geld reserveren voor onderzoek waarvan de resultaten in het Nederlands worden gepubliceerd;
  • De wettelijke kaders voor onderzoek naar kunstmatige intelligentie en digitale technologieën moeten geëvalueerd worden.
  • De minister gaat met hogescholen en universiteiten in gesprek over het beëindigen van de samenwerking met Chinese en Iraanse onderwijsinstellingen en onderzoeksinstituten.