De basis van ons standpunt over geslacht en gender is te vinden in de Bijbel. In Genesis 1:27 staat: ‘En God schiep de mens naar Zijn beeld; naar het beeld van God schiep Hij hem; man en vrouw schiep Hij ze.’ Hieruit wordt duidelijk dat God enkel het mannelijke en het vrouwelijke afzonderlijk van elkaar schiep. SGP-jongeren is daarom tegen geslachtsveranderende ingrepen, omdat dit indruist tegen de scheppingsorde.

Doordat de mens gevallen is, leven we in een wereld met gebreken. Ook de mens ondervindt hiervan de gevolgen. Hierdoor komt onder andere genderdysforie voor, wat inhoudt dat sommige mensen zich niet thuis voelen bij het geslacht waarmee ze geboren zijn. Dit komt voor bij een zeer klein aantal mensen: het percentage wordt geschat rond de 0,6%. Deze dysforie stond tot voor kort bekend als een psychische aandoening.

Door de genderrevolutie (die is aangewakkerd door het feminisme, seksuele revolutie en secularisatie) is de genderverwarring de laatste jaren toegenomen. Dit is bijvoorbeeld te zien in de grote stijging van aanvragen bij transgenderzorg. Nederland loopt voorop in de ontwikkeling van de transgenderzorg.

De worsteling waar transgenderpersonen mee te maken hebben is groot, en zij verdienen daarom alle steun en begrip. Toch is transitie in het licht van de Bijbel niet het juiste antwoord, omdat God ons goed, naar Zijn beeld, geschapen heeft. SGP-jongeren is dus tegen transitie van het ene naar het andere geslacht, en pleit daarom voor een algeheel verbod van de transgenderzorg. Omdat op dit moment transgenderzorg in Nederland volop is toegestaan, zal SGP-jongeren zich hard maken voor het verminderen en veranderen van de transgenderzorg. Dit betekent concreet in de huidige maatschappij het volgende:

  • De leeftijdsgrens van 16 jaar van medische transitie (toedienen van hormonen en geslachtsveranderende operaties) moet worden verhoogd, gezien het onomkeerbare karakter ervan. 80-90% van de gevallen van genderverwarring bij jongeren verdwijnt tijdens of na de puberteit.
  • Puberteitsremmers mogen niet worden voorgeschreven bij tieners, omdat de veiligheid ervan niet is bewezen. De gevolgen van puberteitsremmers voor de psychologische of psychosociale gezondheid, evenals de invloed op (de ontwikkeling van) de hersenen, zijn onbekend.
  • Transitie-aanvragen bij transgenderklinieken moeten meer integraal benaderd worden, zeker bij tieners. Dit betekent dat er tijdens de oriënterende gesprekken en de diagnose aandacht moet zijn voor de hele mentale gezondheid, evenals eventuele psychische aandoeningen en andere problemen die kunnen spelen in het leven van tieners.
  • Na transitie moet er passende psychologische hulp geboden blijven worden, omdat uit onderzoek blijkt dat het aantal psychische klachten van transpersonen na geslachtsverandering hoog blijft.
  • Er moet een onderzoek komen naar de oorzaken van de stijging van het aantal aanmeldingen bij transgenderklinieken, zodat de zorg voor mensen met genderdysforie kan worden verbeterd. Dan hoeft er ook minder vaak voor transitie gekozen te worden.