Het Nederlandse beleid omtrent kernwapens dient drie speerpunten te hebben: non-proliferatie, het verminderen van het aantal kernwapens in de wereld, en goede beveiliging van en toezicht op kernwapens.
Een kernwapenverbod moet nadrukkelijk niet worden nagestreefd. Hoewel kernwapens gruwelijke wapens zijn, zal een verbod meer kwaad dan goed doen. Een verbod is onrealistisch, omdat kernwapenstaten nooit hun laatste kernwapens op zullen geven vanwege het enorme risico daarvan. Daarnaast zijn kennis en technologie omtrent kernwapens onuitwisbaar. Paradoxaal genoeg dragen kernwapens bij aan stabiliteit.
Non-proliferatie moet echter absoluut nagestreefd worden, om nieuwe spanningen te voorkomen en ervoor te zorgen dat kernwapens niet in verkeerde handen vallen. Het verminderen van het aantal kernwapens en goede toezicht en beveiliging moeten ook prioriteiten zijn, omdat meer kernwapens zorgen voor een groter risico op fouten, misbruik of ongevallen.
Nederland moet zich er internationaal sterk voor maken dat verkeerde regimes als Iran en Noord-Korea niet in het bezit zullen komen van kernwapens. Het is van groot belang om alles in het werk te stellen om deze landen op andere gedachten te brengen. Bij de invulling hiervan dient een duidelijk onderscheid te zijn tussen de regering en de burgers van de betreffende landen.