De oorlog in Oekraïne is momenteel niet het enige wapengekletter wat de krantenkoppen haalt. Rondom Taiwan, een eiland ten oosten van China, zijn de laatste weken de militaire activiteiten toegenomen. China greep het bezoek van Nancy Pelosi, de voorzitter van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden, aan om met troepenopbouw en het uitvoeren van militaire oefeningen de druk op Taiwan stevig te verhogen. Al veel langer voert China een beleid waarbij het uiteindelijke doel de inlijving van Taiwan is. De vraag is niet of, maar wanneer dit werkelijkheid zal worden. Het is een van de belangrijkste indicaties van China’s politieke en economische ontwikkeling waarin het land niets en niemand zal ontzien om zichzelf tot de voornaamste speler van een nieuwe wereldorde te kronen. Voor Nederland en de EU is het zaak voorbereid te zijn om hier stelling tegen te kunnen nemen.
Europese landen zijn in grote mate economisch afhankelijk van China. De ontwikkeling van de Nieuwe Zijderoute liet dit al duidelijk zien. Hoewel in reactie hierop de EU zich is gaan wapenen tegen deze afhankelijkheid, is er nog steeds veel werk te verrichten. Tegelijk kwam in dit megaproject ook een nieuw aspect van China’s politiek aan het licht. China breidde het netwerk niet alleen uit voor economische motieven: waar mogelijk bevorderde het ook haar eigen geopolitieke doelstellingen. Deelnemende landen verkrijgen door hun deelname een zodanig (gedwongen) nauwe integratie dat uiteindelijk een nieuwe politieke en economische orde ontstaat waarin China afvallen geen optie meer is.
Economie verweven met geopolitiek
China opereert hierin anders dan Westerse grootmachten. Centraal in China’s doelstellingen is het nastreven van het eigen belang – China dient voor 2049 (het 100-jarig bestaan van de Chinese Communistische Partij) een grote en zelfstandige economische macht te zijn. Belangen en meningen van andere staten moeten daarbij genegeerd kunnen worden. Hierbij schuwt het land zowel in binnen- als buitenland geen enkele maatregel. Deelnemende landen aan de Nieuwe Zijderoute ervaren dagelijks dat ze bij het niet kunnen afbetalen van schulden gedwongen worden politieke steun te leveren aan China. Het moeten overdragen van eigendom (zoals infrastructuur in een haven) aan Chinese staatsbedrijven is daarnaast een bekende praktijk. Maar ook in het binnenland doet China er alles aan om kritiek op de heersende elite de kop in te drukken. Beruchte voorbeelden hiervan zijn de behandeling van de Oeigoeren in Xinjang en de brute inperking van de democratie in Hong Kong.
Economie wordt door China zo in steeds grotere mate verweven met geopolitiek. De vrije doorvaart, een belangrijk beginsel van het internationale recht van de zee, komt door China bijvoorbeeld meer en meer onder druk te staan. Juist voor Nederland als handelsnatie zou deze ontwikkeling een wake-up-call moeten zijn. In de Zuid-Chinese Zee schuwt China er daarnaast niet voor terug ongerechtvaardigd territorium te claimen. Een rechterlijke uitspraak hierover wordt door China simpelweg genegeerd. Dat een (opkomende) grootmacht als China zich op zo’n manier gedraagt in de internationale rechtsorde kan voor veel instabiliteit en conflict zorgen. De houding richting Taiwan, grote militaire oefeningen en oorlogstaal versterken dit.
Kijk vooruit
China is geen Rusland en Taiwan is geen Oekraïne. Beide casus hebben hun eigen specifieke kenmerken, wat betreft cultuur, geschiedenis, economie en geografie. Ook voor de EU en de VS zijn de belangen anders. In tegenstelling tot de directe dreiging van Rusland zal de uitdijende macht van China gestaag en op langere termijn tot uitdagingen leiden. Maar juist dat gegeven moet er wel voor zorgen dat Europese landen ook verder vooruit kijken. De transatlantische band met de VS, die bijvoorbeeld tot uitdrukking komt in de NAVO, is op dit thema voor de lange termijn een belangrijk instrument. Want wat Taiwan en Oekraïne wel laten zien is dat een democratisch geluid en het naleven van internationaal vastgestelde normen niet meer vanzelfsprekend is. Juist nu is het daarom noodzakelijk toe te zien op en uit te spreken over de naleving van deze normen. De EU kan daarin het voortouw nemen, maar moet dat ook durven koppelen aan capaciteiten en acties. Economische macht en soft power werken maar tot op zekere hoogte: de EU moet ook zelfstandig op kunnen komen voor democratische waarden. Doen we dat niet, dan zijn precedenten snel geschapen en is er al snel weinig meer over dan het recht van de sterkste – en dat kan binnenkort al zomaar China zijn.