Kortgeleden stemde de VN-Mensenrechtenraad, hét forum op internationaal niveau voor de bespreking van mensenrechten, tegen een debat over de situatie van de Oeigoeren in China. Andersom wordt al jarenlang, ook zonder specifieke aanleiding, de Israëlisch-Palestijnse kwestie als vast agendapunt behandeld. Achter deze politieke agendasetting en ongelijke behandeling schuilt echter juist het belang van deze raad: mensenrechten borgen en bevorderen.
Het belang van mensenrechten
De VN-Mensenrechtenraad heeft als hoofddoel het beschermen en bevorderen van mensenrechten wereldwijd. Dit intergouvernementele orgaan functioneert binnen het VN-systeem en heeft 47 VN-leden die via verkiezingen voor een periode zitting kunnen nemen. Binnen deze 47 leden zijn via een vaste verdeling alle continenten vertegenwoordigd. De raad kan onderwerpen op de agenda zetten, ze bespreken, en met een gezamenlijke verklaring komen. Omdat de raad het hoogste orgaan op dit onderwerp is, en alle werelddelen vertegenwoordigd zijn, draagt een dergelijke verklaring veel gewicht.
In een wereld van gewapend conflict, economische onzekerheid en politieke onrust lijkt mensenrechten geen onderwerp dat de krantenkoppen moet vullen. Mensenrechten kunnen weggezet worden als luxegoederen, een interessant onderwerp om over te filosoferen als je hoog en droog zit. Maar een dergelijk frame miskent de fundamentele waarde van mensenrechten. Het recht op leven, vrijheid van geloof en meningsuiting en het recht op gelijke behandeling door de overheid zijn bouwstenen voor het samenleven. Ze zijn levensecht voor juist die mensen die al de veilige grond onder hun voeten hebben zien wegspoelen. Zo ook voor de Oeigoeren in de regio Xinjiang, China.
Een rapport over de Oeigoeren in Xinjiang
Het verhaal van het weggestemde debat over deze regio begint enkele weken geleden. De Hoge Vertegenwoordiger voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties, Michelle Bachelet, publiceerde toen een rapport over de mensenrechtensituatie in Xinjiang. Hierin werd aangegeven dat er ‘ernstige mensenrechtenschendingen’ plaatsvinden. Dit rapport, wat lang op zich liet wachten en stevige tegenwerking kreeg van China, bevestigd een trend van deze schendingen. Zo zijn sinds 2017 bijna een miljoen mensen gevangengezet in ‘heropvoedingskampen’ en wordt op veel manieren het leven van de Oeigoeren moeilijk gemaakt door de Chinese overheid. Juist een debat over dit rapport werd dus tegengehouden, omdat een meerderheid (onder politieke druk van China) tegenstemde.
Naar een verantwoordelijke Mensenrechtenraad
Wie er zitting hebben in deze raad, en wat er op de agenda staat, bepaalt dus in grote mate de uitkomst. Verschillende landen hebben dit ook ingezien, en hier misbruik van gemaakt. Het politieke spel rondom deze raad lijkt dus de inhoud, bescherming en bevordering van de mensenrechten, te verdringen. Landen nemen inmiddels zitting in deze raad zodat hun eigen mensenrechtenschendingen niet op de agenda komen. Een op zichzelf relevant onderwerp, het Israëlisch-Palestijns conflict, wordt tegelijk volledig uitgemolken en als vast agendapunt opgenomen, ook al zijn er geen veranderingen in de situatie. Deze praktijken creëren een status quo waarbij het doel van de Mensenrechtenraad niet meer centraal staat.
Moeten we hierdoor ontmoedigd raken? Niets meer doen met de deze raad, zoals de Verenigde Staten deed onder Trump? Juist niet. Het is duidelijk dat het huidige systeem niet voldoet en anders ingericht moet worden. Mensenrechten moeten geen onderdeel kunnen worden van een politieke koehandel, net zomin als vrede en veiligheid dat mogen zijn. Maar juist daarom is het belangrijk dat Nederland zich hiervoor intern blijft inzetten. Lid worden zonder zelf bloot te kunnen staan aan kritiek moet niet mogelijk zijn. Daarom moet er steeds meer op gelet worden dat de raad niet gekaapt wordt door staten die niet het doel van de raad, het borgen en bevorderen van mensenrechten, centraal hebben staan. Alleen dan kan benadrukt worden dat mensenrechten geen luxe accessoires, maar levensechte fundamenten zijn.