Maandagochtend werd bekend dat Shell zijn hoofdkantoor wil gaan verplaatsen van Den Haag naar Londen. Dit zorgde voor onrust in het kabinet. Minister Blok van Economische Zaken heeft duidelijk gemaakt dat hij “onaangenaam verrast” was en “het ten zeerste betreurt.” Voor een minister zijn dit opvallende uitspraken wanneer een bedrijf besluit om zijn hoofdkantoor te verplaatsen naar een ander land. Op de maandagavond werd verder duidelijk waarom het kabinet zo teleurgesteld is: het kabinet wil een wanhoopspoging doen om alsnog de veelbesproken dividendbelasting af te schaffen.
Wat was de dividendbelasting ook alweer?
Voor de mensen onder ons die zich minder met de materie bezighouden: dividendbelasting wordt geheven wanneer een bedrijf winst uitkeert aan zijn aandeelhouders. In Nederland kunnen belastingplichtigen hun betaalde dividendbelasting verrekenen met de inkomstenbelasting, dus alleen buitenlandse aandeelhouders betalen effectief dividendbelasting over winstuitkeringen van Nederlandse bedrijven. Het afschaffen van deze belasting is dus een aangenaam cadeautje voor de buitenlandse aandeelhouders.
In 2017 en 2018 was er veel ophef rondom het plan van het kabinet-Rutte III om de dividendbelasting af te schaffen nadat Shell en Unilever hierop hadden aangedrongen. Volgens de CEO van Shell, Ben van Beurden, hebben de dividendbelasting of het Nederlandse vestigingsklimaat echter weinig te maken met het vertrek. Shell was de afgelopen jaren deels in Nederland gevestigd en deels in het Verenigd Koninkrijk.
Het zou onverstandig en onrealistisch zijn om in een volgend kabinet de dividendbelasting alsnog af te schaffen. Er is ook geen steun voor in de Tweede Kamer: behalve de VVD zijn alle partijen erop tegen. Het is nog niet volledig bekend hoeveel het vertrek van Shell de Nederlandse economie zal gaan kosten, maar het is zeer waarschijnlijk dat het afschaffen van de dividendbelasting meer gaat kosten. Ook het Centraal Planbureau heeft al in 2017 aangegeven dat het afschaffen vrijwel geen effect heeft op het Nederlandse vestigingsklimaat. De CEO van Shell geeft zelf aan dat Shell “sterk verbonden” blijft met Nederland. Ook zullen er maar weinig banen meegaan naar Engeland: slechts binnen het topmanagement zullen een paar mensen moeten verhuizen.
Paniekvoetbal
Het is opmerkelijk dat het demissionaire kabinet zo paniekerig reageert. Op maandagochtend, meteen nadat Shell zijn vertrek publiekelijk had gemaakt, reageerde het kabinet al. Het lijkt erop alsof het kabinet dit nieuws opvatte als een acute crisis gezien haar snelle reactie. Dat valt moeilijk te rijmen met de trage aanpak die wordt gehanteerd bij veel andere crises, zoals de toeslagenaffaire, de woningmarkt en het zorgstelsel. Het is op dat gebied pijnlijk duidelijk hoe groot de invloed van de grote multinationals op ons kabinet is. Vooral in een tijd waarin het vertrouwen in de overheid op een dieptepunt zit, kan dit voor de gewone burger opnieuw als een trap na worden ervaren. Een cadeautje voor de rijken, ten koste van de burger.
Ethiek en multinationals
Deze hele situatie is tekenend voor de macht van grote multinationals op het kabinet. Shell heeft keer op keer heeft laten zien dat de focus op winst het ethisch kompas regelmatig in de weg staat. Ze vegen hun voeten af aan de burgers in de derdewereldlanden, ze vernielen volledige ecosystemen en er wordt gebruik gemaakt van legale loopholes om zo min mogelijk belasting te betalen. In ethisch opzicht dragen dergelijke multinationals weinig bij aan de samenleving. Het is zeker geen gedrag dat beloond moet worden. Uiteraard is een goed vestigingsklimaat van groot belang voor de economie, maar SGP-jongeren vindt dat bedrijven die gebruikmaken van Nederland ook aan Nederland mogen bijdragen. Zodat we met dat geld publieke voorzieningen als onderwijs, zorg en defensie overeind kunnen houden.
Ook moet er een belangrijke ethische vraag worden gesteld: wat hebben we over voor een goed vestigingsklimaat? Tegenwoordig lijkt het vestigingsklimaat een zeer hoge prioriteit te zijn, maar we hebben ook te maken met andere vraagstukken in de samenleving. SGP-jongeren wil dat de overheid betrouwbaar en daadkrachtig is en zich niet laat beïnvloeden door ondemocratische bedrijven die alleen het beste met zichzelf voor hebben. Het is duidelijk dat dit de afgelopen jaren anders is.