Geregeld hoor je voorbeelden langskomen van jongeren die hun eerste woning zoeken, maar geen betaalbare woning kunnen vinden in de gemeente waar ze vandaan komen. Daarom gaan ze noodgedwongen in een buurgemeente wonen, wat betekent dat ze de gemeenschap verlaten waarin ze zijn opgegroeid. Lokale gemeenschappen worden hierdoor verzwakt. SGP-jongeren vindt daarom dat gemeenten meer mogelijkheden moeten krijgen om woningen te reserveren voor hun eigen inwoners.
Het is al geruime tijd ontzettend moeilijk voor starters om een betaalbare woning te vinden op de huidige woningmarkt. Ondanks dat de woningnood hoog op de politieke agenda staat en veel gemeenten flink laten bijbouwen, blijft het woningtekort voortbestaan. Voor veel woningzoekenden, met name starters, is het lastig om in hun eigen gemeente te blijven wonen. Zij moeten bij het kopen of huren van een huis namelijk concurreren met kopers of huurders van buiten hun gemeente, die vaak meer geld te besteden hebben. Jongeren vissen daardoor vaak achter het net en gaan ergens anders wonen. Ze verlaten hun dorpsgenoten, hun vriendengroep of hun kerkelijke gemeente.
Hoewel het woningtekort vooral moet worden opgelost door het bouwen van meer woningen, is het wel mogelijk om de hierboven genoemde effecten te beperken. De schaarste aan woningen moet op een goede manier worden verdeeld, waarbij niet alleen het recht van de sterkste (degene met het meeste geld) mag gelden. Omdat de situatie in iedere gemeente anders is, moet er wel ruimte zijn voor lokaal maatwerk. Gemeenten hebben op dit moment al instrumenten om de schaarse woonruimte te verdelen, maar SGP-jongeren vindt dat deze instrumenten moeten worden uitgebreid.
Huidige instrumenten
De instrumenten voor gemeenten staan in de Huisvestingswet 2014. Deze wet geeft gemeenten de mogelijkheid om de helft van de huurwoningen toe te wijzen aan mensen met een sociale of economische binding aan de betreffende woningmarktregio. Denk hierbij aan mensen die al in deze regio wonen, of speciale groepen zoals leraren en verpleegkundigen die in deze regio werken. Van de helft van de woningen mag op dit moment weer de helft (dus een kwart van het totaal) voor eigen inwoners worden gereserveerd. Voor het gebruiken van deze instrumenten moeten gemeenten wel een huisvestingsverordening vaststellen, die moet worden goedgekeurd door de gemeenteraad. Bovendien geldt dit alleen voor huurwoningen tot aan een bepaalde huurprijs, die de gemeenteraad ook vaststelt.
Omdat de gemeenten niet genoeg kunnen met deze instrumenten, debatteert de Tweede Kamer vandaag over een wetswijziging om deze instrumenten uit te breiden. Gemeenten krijgen door dit wetsvoorstel zelf de mogelijkheid om te bepalen aan wie de vijftig procent van de vrijgekomen woningen wordt toegewezen. Of nu het volledige deel aan eigen inwoners wordt toegewezen of bijvoorbeeld een deel aan eigen inwoners en een deel aan mensen met een vitaal beroep, het is allemaal in de handen van de gemeente (en dus de lokale politiek)!
Deze bevoegdheden zullen door dit wetsvoorstel niet alleen voor (sociale) huurwoningen gelden, maar ook voor koopwoningen (t/m een verkoopprijs van € 355.000). Dit brengt een nieuw vraagstuk met zich mee, omdat mensen hierdoor in hun vrijheid kunnen worden beperkt. Als verkoper van een woning kun je namelijk in sommige gevallen niet meer helemaal zelf te bepalen aan wie je je huis verkoopt. Het is best mogelijk dat iemand van buiten de gemeente meer geld biedt voor een woning, maar dat je als verkoper van een woning gedwongen wordt om de woning te verkopen aan iemand uit de eigen gemeente voor een lager bedrag. Dit is een behoorlijke inperking van de vrijheid in het handelsverkeer. Toch is SGP-jongeren ervan overtuigd dat dit middel nodig is. Door het gedeeltelijk reguleren van de verkoop van woningen krijgen starters vaker een kans en worden zij niet overgeleverd aan de grillen van de markt waar het recht van de sterkste geldt.
De Huisvestingswet 2014 gaat over het herverdelen van schaarste, niet over het oplossen ervan. In zekere zin is er daarmee sprake van symptoombestrijding. Voor het oplossen van het woningtekort, de hoge huizenprijzen en de hoge huren zijn andere maatregelen noodzakelijk. SGP-jongeren vindt dat er meer woningen moeten worden gebouwd, maar ook dat fiscale voordelen voor woningbezitters zoals de hypotheekrenteaftrek moeten worden ingeperkt. Alleen op die manier kunnen de problemen op de lange termijn worden opgelost en komt de woningmarkt structureel meer in evenwicht.
Conclusie
SGP-jongeren vindt dat wonen niet alleen gaat over het hebben van een dak boven je hoofd, maar ook over het onderdeel uitmaken van een gemeenschap. Het is van belang om lokale gemeenschappen te versterken. Daarom is het goed dat gemeenten meer instrumenten krijgen om schaarse woonruimte te verdelen. Het uitbreiden van deze instrumenten zal ertoe leiden dat jongeren vaker een kans krijgen om in hun eigen gemeente te blijven wonen. Omdat de situatie in iedere gemeente anders is, is het goed dat gemeenten de ruimte hebben om lokaal maatwerk toe te passen. Voor het structureel oplossen van het woningtekort zijn andere oplossingen noodzakelijk. Maar deze wijziging van de Huisvestingswet 2014 zal zeker bijdragen aan het eerlijker verdelen van de schaarste!