In Nederland is de boer dagelijks bezig met het produceren van voedsel. Zo is nu het drukke voorjaarsseizoen weer begonnen. Op dit moment zijn de boeren bezig met het binnenhalen van het gras en het zaaien van de gewassen. Maar voor boeren is nu niet alleen de korte termijn van belang. Een logische vraag die op dit moment bij velen bovenkomt is: heeft mijn bedrijf nog toekomst?
Problemen in de sector
Tegen welke problemen loopt de sector aan en wat voor gevolgen heeft dat voor de langere termijn in de landbouw? Door de toenemende druk op het grondaanbod in Nederland zijn de uitbreidingsmogelijkheden voor veel bedrijven beperkt. Deze ruimte is juist voor bedrijven zo belangrijk om bijvoorbeeld te kunnen extensiveren. Extensiveren houdt in dat een bedrijf minder koeien per hectare kan houden en zo voor een groot gedeelte in eigen voer kan voorzien.
Door de toenemende kostprijs met name rondom krachtvoer en meststoffen zorgt dit voor de druk op schaalvergroting. De Nederlandse boer heeft voldoende marge nodig om zijn bedrijf economisch rendabel te kunnen houden. Schaalvergroting, oftewel het uitsmeren van vaste kosten over meer liters melk, kan een route zijn om de marge te vergroten. Naast de verantwoordelijkheid van de boer zelf ligt er ook een verantwoordelijkheid bij het koopgedrag van de consument en in de rest van de verwerkende industrie.
Kansen voor agrarische bedrijven
Hoewel veel regelgeving ook weer als kans benut wordt om zo ondernemer te blijven binnen de agrarische sector in Nederland, zijn er verschillende jonge boeren die zich oriënteren op het buitenland om daar een bedrijf te beginnen. Tussen 2010 en 2015 zijn er al honderd boeren gemigreerd, blijkt uit de landbouwtelling van het CBS. Naast de boeren die hun heil over de landsgrenzen zoeken, zijn er gelukkig een groot aantal jonge boeren van plan om in Nederland werkzaam te zijn als ondernemer. Als SGP-jongeren zouden we graag zien dat er voor verschillende gezinsleden mogelijkheden zijn binnen een agrarisch familiebedrijf. Daarom vinden wij het belangrijk dat agrarische bedrijven een toekomst hebben in Nederland. Voor deze bedrijven zien wij kansen op sociaal, economisch en ecologisch gebied.
Op sociaal gebied kan de boerderij een plaats zijn waar kinderen kennis kunnen maken met de natuur, waar ouderen kunnen genieten van hun oude dag en waar mensen met een beperking hun rust kunnen vinden in de natuur. Daarnaast kan deze rust ook een welkome plek zijn voor mensen waar de 24-uurseconomie4/7 economie te veel voor geworden is.
Economisch zijn er kansen om de productie op eigen erf te verwerken en te verkopen. Op ecologisch gebied maken jonge boeren afwegingen hoe ze met de bodem omgaan en welke gewassen ze telen. Naast het bedrijf heeft de boer ook taken in het landschapsbeheer waar water een belangrijke rol speelt. Deze taken kunnen daardoor een positieve bijdrage leveren aan het verdienmodel van de boer.
Naast de kansen die zich voordoen om een bedrijf te versterken, moeten dit geen verplichtingen zijn. Niet elke boer heeft de competenties en interesses om van multifunctionele landbouw een verdienmodel te maken. Hierbij komt dat het primaire doel van onze landbouwbedrijven is om Nederland van voedsel voorzien. We moeten dit niet uit het oog verliezen. Daarom is het belangrijk dat een Nederlandse boerderij hieruit zijn inkomen kan halen.
Toekomst van de jonge boer
De Nederlandse jonge boer moet een stip op de horizon kunnen plaatsen waar hij met zijn bedrijf naar toe kan groeien. Vanuit de politiek is perspectief voor de lange termijn van cruciaal belang.
De agrarische sector daarentegen blijft de taak houden om de kloof tussen boer en burger te verkleinen. Op dit moment bevinden we ons in een onrustige tijd wat betreft de oorlog in Oekraïne, maar ook wat betreft de voedselvoorziening. Dit laat ook zien hoe belangrijk voedselvoorziening op nationaal niveau is. De Nederlandse jonge boeren hebben een toekomst nodig voor hun bedrijf, maar ook om ons als bevolking van voedsel te voorzien. Denk je daar wel eens over na?