‘Je kunt altijd nog docent worden!’ Voor veel jongeren is dit een geruststellende gedachte bij het maken van een studiekeuze. Als het niet wil vlotten op de arbeidsmarkt, kun je altijd terecht in het onderwijs. Het moge duidelijk zijn: de docent kan wel een beter imago gebruiken. In dit artikel zal ik uitleggen dat hierin de kans ligt om de vicieuze cirkel van het nijpende lerarentekort te doorbreken.
Het lerarentekort is een ingewikkeld probleem. De uitval van studenten op de lerarenopleidingen is al jaren hoog. Daarnaast verlaat in de eerste jaren na het afstuderen een groot aantal kersverse leraren het onderwijs al, vooral vanwege een tekort aan begeleiding. De hoge werkdruk zorgt ook voor latere uitstroom, burn-outs en maakt onderwijzer een onaantrekkelijk beroep. Het tekort maakt zichzelf dus groter: een vicieuze cirkel.
Geld
De huidige aanpak van het kabinet bestaat vooral uit financiële maatregelen. Maar niet alle problemen kunnen opgelost worden met geld, zeker het lerarentekort niet. Hoewel de salarissen al jaren stijgen, er vele soorten subsidies zijn en pabo-studenten minder collegegeld hoeven te betalen, is er nauwelijks effect merkbaar. Veel scholen zwemmen op dit moment in het geld, maar verdrinken toch in de tekorten.
Op korte termijn kan winst geboekt worden door gebruik te maken van innovatieve methodes van lesgeven. Denk hierbij aan online onderwijs of het in grotere groepen (modules) lesgeven. Dit zal ten koste gaan van de kwaliteit, maar het is beter dan geen onderwijs en zal de werkdruk verlagen. Echter, voor de langere termijn moet het roer om.
Vier lijnen
Hiervoor is allereerst een diepgaande analyse van de arbeidsmarkt nodig. Bij een beroepskeuze is men vooral bezig met vier zaken: afwisseling, doorgroeimogelijkheden, status en een goed salaris. Om het docentschap aantrekkelijk te maken, moet de overheid inspelen op deze aspecten. Deze wensen zijn namelijk uitstekend in het onderwijs te vervullen.
Allereerst is het onderwijs niet eentonig. De vakken veranderen, de leraar leert bij en de generaties komen en gaan. Dit maakt het onderwijs uitdagend en dynamisch - elk jaar is anders. Ten tweede biedt het onderwijs volop mogelijkheden om door te groeien. Onderwijzers zijn vakmensen, die een aanzienlijk deel van hun tijd besteden aan professionalisering en vorming. Om dit te stimuleren moet het (nog) eenvoudiger gemaakt worden om te promoveren of een deeltijd-opleiding te volgen. Dit maakt het gemakkelijk om door te groeien, zoals van de onderbouw naar de bovenbouw.
Ten derde verdient de leerkracht de status waar hij recht op heeft: hij is onmisbaar. Zonder leraar geen rechter, geen loodgieter, geen machinist, geen tandarts. Daarnaast kan een leraar een kind levenslessen leren en een rol spelen in de ontwikkeling van een mens. Er moet een sterke strategie komen om het imago van de docent te verbeteren. Neem een voorbeeld aan Defensie, waar grote campagnes op touw gezet worden. Want ook generatie Docent gaat door…
Tot slot het lastigste, het financiële plaatje. Het is voor de overheid onmogelijk om financieel te concurreren met het bedrijfsleven. De meerwaarde van werken in het onderwijs kan nooit in het salaris liggen. Hier staat echter tegenover dat de waarde in de inhoud van het vak ligt: het overdragen van kennis en vaardigheden, ten behoeve van de samenleving en de kinderen.
Cruciale opleidingen
Naast het inspelen op de arbeidsmarkt is het verbeteren van de lerarenopleidingen van cruciaal belang. Er zal ook hier meer gefocust moeten worden op de kern: van onmisbare maatschappelijke waarde zijn door een grote rol te spelen in de ontwikkeling van kinderen. Uit zelf uitgevoerd onderzoek onder pabo-studenten (n=192) blijkt dat studenten veel opdrachten ervaren als onnodig en te theoretisch. Daarom moeten de curricula van lerarenopleidingen herzien worden en meer met de praktijk verbonden worden.
Verder moet er geïnvesteerd worden in betere begeleiding vanuit de hogescholen, om de scholen waar stage gelopen wordt te ontlasten. Bij pabo’s moet het mogelijk worden om vanaf het eerste jaar te specialiseren in ouder dan wel jonger kind, naast de mogelijkheid om deze keuze na twee jaar te maken.
Waardevol
Kortom, de vicieuze cirkel van het lerarentekort moet doorbroken worden. Niet met geld, maar met deze tweeledige strategie, waarbij enerzijds ingespeeld wordt op de wensen van de arbeidsmarkt en anderzijds de opleidingen verbeterd worden. Zo staat het onderwijs niet symbool voor hoge werkdruk en lage lonen, maar voor toegevoegde waarde en professionaliteit.
Ben je buiten het onderwijs beland, maar klinkt dit te mooi om waar te zijn? Wees gerust, je kunt altijd nog docent worden!