Uit het hoofdlijnenakkoord van de nieuwe coalitie blijkt dat de partijen flink zullen bezuinigen op de ontwikkelingssamenwerking. Vanaf 2027 bedraagt dit zelfs 2,4 miljard. Dit is onverantwoordelijk tegenover de medemens wereldwijd. Als fundamenteel uitgangspunt voor ontwikkelingssamenwerking moet gelden: omzien naar de naaste. Wel moet er goed gekeken worden naar wie het geld gaat en wat er mee gebeurt. Het feit dat er nog steeds EU-gelden naar de UNRWA gaan, vinden wij niet aanvaardbaar. Tevens moet ontwikkelingssamenwerking beter gestroomlijnd worden.
Wat betreft ontwikkelingssamenwerking lijken er twee soorten redenaties te zijn. De ene redenatie gaat uit van eigenbelang: als de ontwikkelingssamenwerking niet in het economisch of geopolitiek voordeel is van de eigen staat, moeten we het niet doen. De andere redenatie gaat uit van verantwoordelijkheid voor de medemens: wij hebben de morele plicht om om te zien naar onze naaste. Op basis van onze christelijke principes volgen we deze tweede lijn. Het is voor ons duidelijk dat we ook op internationaal vlak van ‘Ik’ naar ‘Wij’ moeten gaan.1 Deze fundamentele uitgangspunten liggen ten grondslag aan onze visie op ontwikkelingssamenwerking en dit moet altijd overeind blijven. Dit is niet onrealistisch of idealistisch, maar verantwoordelijk.
Dit betekent niet dat er geen enkele voorwaarden voor ontwikkelingssamenwerking moeten zijn. We willen namelijk zeker weten of de hulp op de juiste plek terechtkomt en op een gepaste manier gebruikt wordt. Juist om het doel van hulp aan de naaste te behalen, zijn deze criteria van levensbelang. Ook om kritiek te voorkomen is het goed hier zo transparant mogelijk over te zijn. Duidelijk moet zijn dat de hulp terechtkomt bij de kwetsbaarste groepen in de samenleving. Dit zijn kinderen, ouderen, weduwen, en gehandicapten. Ook moet er goed gekeken worden naar de beleidsterreinen waar er sprake moet zijn van ontwikkelingssamenwerking. De beleidsterreinen waarop ingezet moet worden zijn voedselzekerheid, onderwijs, rechtsbescherming, watervoorziening, medische zorg en politieke stabiliteit. Bij uitstek de organisaties die dit op lokaal niveau proberen te doen verdienen onze steun.
Hieruit wordt ook duidelijk waartoe ontwikkelingssamenwerking niet mag dienen. Ontwikkelingssamenwerking mag niet dienen tot het steunen van terroristische organisaties. De zeer zorgelijke aanwijzingen dat medewerkers van de UNRWA openlijk de terroristische organisatie Hamas steunen, maken dat wij de EU-gelden voor deze organisatie per direct willen stopzetten. Jaarlijks gaan er vanuit de EU zo’n 80 miljoen (!) richting de UNRWA. Duitsland, de VS en ons eigen land Nederland besloten al eerder geen geld meer te geven aan de UNRWA. Het zou goed zijn als de EU dit voorbeeld zou volgen. Eerder diende Europarlementariër Bert-Jan Ruissen (SGP) samen met anderen hiertoe al een voorstel in. Het is cruciaal dat ook dit kritische geluid in het Europees Parlement te horen blijft. Daarbijkomend mag ontwikkelingssamenwerking ook niet gebruikt worden als middel om progressieve doelstellingen zoals het ‘recht’ op abortus in landen die hulp nodig hebben te verwezenlijken.
Ten slotte bestaan er veel praktische uitdagingen bij het uitvoeren van het beleid omtrent ontwikkelingssamenwerking. Nog te vaak is er sprake van een wirwar van organisaties die zonder gemeenschappelijk doel opereren. Het is daarom belangrijk de samenhang tussen de verschillende beleidsterreinen te zien en hiernaar te handelen. Hiervoor zijn duidelijke doelstellingen en afbakeningen van bovenaf voor nodig. Dit geldt op zowel nationaal als EU niveau. Dat dit in de praktijk lastig te bewerkstelligen is, neemt niet weg dat deze uitdaging aangegaan moet worden. Uiteindelijk zullen er keuzes gemaakt moeten worden. We moeten ons afvragen welke doelen we willen stellen en welke organisaties wel en niet in deze doelstellingen passen. Hierbij moeten we ook kleinere en religieuze organisaties die belangrijk werk doen zeker niet uit het oog verliezen.
De kans is gezien de peilingen klein dat de EU na de aankomende EU-verkiezingen fors aan de slag zal gaan met ontwikkelingssamenwerking. Toch is dit juist de verantwoordelijkheid die wij als rijker continent en christelijke politiek hebben. Hierbij moet opgelet worden dat de hulp bij de juiste personen en op de goede plek terechtkomt. De steun aan de UNRWA valt hier dus buiten. In de praktijk is het belangrijk dat het beleid gestroomlijnd wordt. Hoe dit alles verwezenlijkt kan worden? Door biddend en werkend achter de christelijke politici te staan die dit unieke geluid verkondigen.
1 Jonathan Sacks, Moraal. Waarom we haar nodig hebben en hoe waar kunnen vinden (Utrecht 2020) 337-353.
Vond je dit artikel interessant? Binnenkort organiseert SGPJ een thema-avond over dit onderwerp met sprekers uit het werkveld i.s.w. Woord en Daad. Lees hier meer.