Abortus, het heerlijke recht dat Nederlandse vrouwen hebben om baas te zijn in eigen buik. Tenminste, dat vinden veel Nederlanders. Arie Rijneveld, voorzitter van de SGP-jongeren, zet veelgehoorde argumenten voor abortus op een rij. En legt uit wat je daar –als christen– tegen in kan brengen.
Een vrouw mag beslissen over haar eigen lichaam.
„Zeker, je hebt de vrijheid om je leven in te richten zoals jij dat wilt. Maar die vrijheid is nooit onbeperkt. Onze vrijheid stopt als de vrijheid van een ander in gevaar is of als we het leven van een ander bedreigen. Daar is in het geval van abortus zeker sprake van. Het stopt een mensenleven. Een kindje dat volop in ontwikkeling is.”
Zo’n foetus, dat is geen leven, maar gewoon een klompje cellen.
„Dat zou je denken. Maar laten we het eens vragen aan mensen die er verstand van hebben. Afgelopen zomer is een wereldwijd onderzoek gepresenteerd van de universiteit van Chicago over het begin van het leven. 95 procent van de biologen geeft aan dat menselijk leven begint bij de conceptie. Alle DNA-eigenschappen zijn aanwezig. Het kindje hoeft alleen nog maar verder te groeien.”
Maar het is niet eens levensvatbaar.
„Je hebt gelijk dat het beginnende leven ontzettend kwetsbaar is. Dat maakt onze verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen groter. We hebben een abortusgrens bij 24 weken zwangerschap. Maar elke moeder voelt al voor die tijd dat wat in haar groeit, haar kindje is. Bij vijf weken zwangerschap is al een hartslag aanwezig en na elf weken zijn alle organen in beginsel gevormd.”
Even serieus, je kunt een verkrachte vrouw toch niet met het kind van haar verkrachter laten lopen?
„Dit is een van de argumenten die ik het meest hoor in debatten over abortus. Verkrachting is natuurlijk een verschrikkelijke gebeurtenis. Juist in zo’n situatie moeten we naast de vrouw gaan staan en haar samen met haar kind uit de moeilijkheden halen. Overigens blijkt dat bij minder dan een op de twintig abortussen verkrachting een reden is.”
Een gehandicapt kind moet je laten weghalen. Je kunt een baby niet moedwillig laten lijden.
„Het streven om lijden te verminderen, is goed. Het lijden van een kind kan –ook voor ouders– een kruis zijn. Maar een handicap is geen reden om een kind leven te ontzeggen. Waar ligt dan de grens? Als ouders graag een jongen willen, is dat dan een reden een meisje te aborteren? Die richting mogen we niet op willen. Een kind met een aangeboren handicap ontvangen, kan een moeilijke weg zijn. Maar zo’n kind is in de ogen van onze Schepper net zo waardevol.”
Helaas kan ik mijn kind niet het leven geven waar het recht op heeft.
„Komt het niet uit met je carrière? Zijn er financiële problemen? Zit je nog op school? Hoewel dat lastig kan zijn, is het nogal wat om een kind leven te onthouden. De overheid moet in zulke gevallen de helpende hand bieden. Want naast dat abortus het leven van een kind verwoest, heeft zo’n besluit ook invloed op de psyche van een vrouw.”
Maar toch ben ik voor keuzevrijheid.
„Bijna de helft van de vrouwen die kiezen voor een abortus, doet dat ook omdat een kind geld kost. Kunnen ze wel een vrije keuze maken, als ze denken een kind niet te kunnen betalen? Ik vind dat we die vrouwen moeten helpen door hun een alternatief te bieden. Per jaar geven 5000 vrouwen aan dat ze achteraf ontevreden zijn over hun keuze voor abortus. Deze cijfers heb ik niet zelf bedacht, maar komen uit de evaluatie van de overheid.”
Abortus is de makkelijkste oplossing.
„Niet waar. De problemen zijn daarbij niet weg. We moeten moeder én kind helpen. Op dit moment zijn artsen niet verplicht om met de moeder te zoeken naar andere oplossingen voor hun situatie dan abortus. Dan falen we toch in een rijk land als Nederland?”
Dit artikel verscheen ook bij PuntUit in het Reformatorisch Dagblad van 13 maart.