SGP-jongeren heeft de afgelopen zomer deelgenomen aan de onderhandelingen van het klimaatmanifest van Jongeren Milieu Actief. Helaas hebben we moeten constateren dat de afstand tussen ons en een aantal linkse partijen te groot was om tot een gezamenlijk statement te komen. De ambitie van het manifest is onrealistisch en het is dom om alleen in te zetten op zon en wind en kernenergie uit te sluiten. Er wordt te veel ingezet op verplichten en te weinig op innovatie en tot slot komt de landbouw er wel heel bekaaid af.

SGP-jongeren is voor een ambitieus klimaatbeleid, maar het doel dat wordt gesteld in dit manifest is volstrekt onrealistisch. Zelfs de verkiezingsprogramma’s van GroenLinks en D66 gaan niet zo ver als dit manifest. Recente moeilijkheden rondom aardgasvrije wijken laten zien dat hoge ambities niet altijd leiden tot goed beleid. Het is nagenoeg onmogelijk om binnen vijftien jaar klimaatneutraal te worden en daarbij ook nog eens technieken als kernenergie en koolstofafvang uit te sluiten. Wil je echt ambitieuze plannen maken, dan moet je taboes durven doorbreken. Dat durfden de linkse jongerenpartijen niet.

Daarnaast ademt dit manifest belasten, verplichten en verbieden, zonder kennis te nemen van alle initiatieven die al vanuit verschillende sectoren en organisaties worden uitgevoerd. De scheepvaart en de industrie zijn keihard bezig met verduurzamen: van zuinige schepen tot restwarmte uit de Rotterdamse haven dat wordt gebruikt voor verwarming van huishoudens. Zulke projecten dragen bij aan de economie én een beter klimaat. Innovaties als deze, maar ook waterstof en thorium, daar zullen we het van moeten hebben.

Wij zien het bedrijfsleven niet als vijand, maar als onmisbare partner om te innoveren en om de klimaattransitie te kunnen betalen. SGP-jongeren pleit ervoor om partnerschappen te sluiten, juist met de industrie en de landbouw. Wij hebben de meest innovatieve landbouwsector op aarde en een aantal topbedrijven kennen in Nederland hun thuis, die troef moeten we uitspelen. Als we het slim aanpakken kunnen wij een voorbeeld zijn voor de rest van de wereld van hoe je je economie duurzaam hervormt zonder daarbij burgers en bedrijven hard te raken.