De stress die deze meisjes ervaren past in de huidige trend. Uit het onderzoek Health Behaviour in School-aged Children dat 14 september werd gepresenteerd, bleek dat de mentale gezondheid van meisjes de afgelopen vier jaar sterk verslechterd is. Het percentage dat met forse emotionele problemen kampt was in 2017 nog 28 procent, in 2021 bleek dat 43 procent te zijn. De onderzoekers spreken van ‘een ongekende daling’ in de mentale gezondheid van meisjes. Overigens is dat breder merkbaar dan alleen in het voortgezet onderwijs, want uit de volle breedte van het onderwijs komen signalen van stress naar buiten.

Oorzaken van de daling

De wetenschappers noemen in het onderzoek twee oorzaken van deze daling: de coronacrisis en prestatiedruk. Volgens één van de onderzoekers wijzen de cijfers erop dat het gebrek aan sociaal contact vooral bij meisjes tot last is geweest.

Waar deze mentale kwetsbaarheid langzaam weg kan ebben door het toenemen van normale sociale contacten, is dat anders bij de tweede oorzaak: prestatiedruk. Met een stijging van 16 naar 45 procent blijkt het percentage jongeren dat druk en stress ervaart door school bijna verdrievoudigd. Ook hier hebben vooral de meisjes last van dit probleem. We lijken hiermee een belangrijke oorzaak gevonden te hebben wat betreft de extreem toegenomen stress onder jongeren: de druk om te presteren. De druk die passend is bij de prestatiecultuur die we als samenleving in stand houden.

Is presteren fout?

Presteren op zich is niet fout. Het is goed om jezelf uit te dagen en om je talenten te gebruiken. Sterker nog, de Bijbel zelf roept ons op om te presteren. De Bijbel vraagt ons echter niet om boven onze macht te presteren: ‘Een hand vol met rust is beter, dan beide de vuisten vol met arbeid en kwelling des geestes’ (Prediker 4:6). We durven het zelfs zo te stellen dat naast het presteren met je talenten ook juist rust nemen een Bijbelse opdracht is.

Uit onderzoek bleek ook dat jongeren, hun ouders en de maatschappij erg hechten aan het halen van een zo “hoog” mogelijk opleidingsniveau. Het gaat wat SGP-jongeren betreft al verkeerd bij het classificeren van een hoog opleidingsniveau hebben of een laag opleidingsniveau hebben. We doen jongeren hiermee tekort, maar snijden onszelf er ook mee in de vingers. Wij moeten onze kinderen al vanaf de basisschool leren dat doeners net zo waardevol zijn als denkers.

Denkers en doeners zijn even belangrijk

‘Handige handen, knappe koppen. Denken én doen: dat is de bouw. Hier gebeuren toffe dingen, hier werken we hard aan Nederland. Je maakt het in de bouw. Bouw jij mee?’ Deze slogan die gedeeld werd door Bouwend Nederland is precies wat we nodig hebben: denkers en doeners. Beide zijn ze even belangrijk en gebruiken ze hun talenten. We moeten onze jongeren stimuleren om te doen waar zij goed in zijn en ze in hun waarde laten. Het zou goed zijn als onze politici daar het goede voorbeeld in geven. Onze doeners verdienen meer waardering dan alleen op Prinsjesdag als de politici zich nieuwe hoedjes laten aanmeten. Meer aandacht voor onze doeners is een eerste stap de goede kant op. Samen kunnen wij de heersende prestatiecultuur afbreken.

Stel je voor dat we alle meisjes stimuleren om door te studeren, het zou een ramp zijn. We lopen dan snel tegen een tekort aan van verpleegsters, schoonmakers, secretaresses, onderwijsassistenten, conductrices, bezorgers en gaan zo maar door. De beroepen die de samenleving draaiend houden vragen allemaal om hun eigen talenten. Laten we deze talenten dan ook gaan en blijven waarderen! Jongeren hoeven niet uit te stijgen boven hun eigen kunnen, maar horen juist te doen waar ze goed in zijn. Dan gaan Aimy, Hadassa en alle andere meisjes en jongens van Nederland dit hele jaar volhouden, sterker nog, de rest van hun werkende leven. Dát is pas een hele prestatie!

Geschreven door Emma Bosma

Emma is lid van commissie Onderwijs.

Geschreven door Henk-Jan Dubbeldam

Henk-Jan is lid van commissie Onderwijs.