De algemene ledenvergadering, in vergadering bijeen op het najaarscongres van 2020, gehoord de beraadslaging:
Constaterende dat:
- Het belangrijk is dat de Algemene Ledenvergadering moties kan bespreken, ongeacht of dit het voordragen van personen als kandidaat-kamerlid bij de SGP, in plaats van dat de Algemene Ledenvergadering unilateraal door de Voorzitter het zwijgen wordt opgelegd. Daarnaast werden de motie-indieners niet het laatste woord gegeven.
Overwegende dat:
- Het lid slechts in zijn rol van potentieel kamerlid wordt besproken en dit niet hoeft te leiden tot ad homini. Daarnaast wordt er ook de mogelijkheid gegeven aan kandidaat-bestuursleden vragen te stellen. De vergadering wordt geacht zich op professionele wijze te gedragen en daartoe kan de Voorzitter ingrijpen mocht een persoonlijke aanval
Verzoekt het bestuur:
- In de Statuten en het HR op te nemen dat moties besproken mogen worden bij de voordracht van personen, de motie-indiener het laatste woord wordt gegeven, en Najaarscongres 2020 Motie 78 opnieuw te bespreken en de stemming bij de vorige behandeling nietig te verklaren, dan wel niet in de (tijdelijke) afwezigheid van Lid de Nooijer, en de motie-indieners ongehinderd het laatste woord mogen uitspreken.
Gaat over tot de orde van de dag
- Dooitze de Jong
- Mathijs van der Tang
- Martijn Boerman
- Frank Jansen
- Matthijs Huntelerslag
Deze motie werd behandeld op: