De algemene ledenvergadering, in vergadering bijeen op 29 oktober 2022 te Leersum, gehoord de beraadslaging:
Constaterende dat
- Elk congres het eerste couplet en een opvolgend couplet van het Wilhelmus wordt gezongen;
- In de originele tekst worden "doet"(couplet 1), "Saul" (couplet 8) en "Herder" (couplet 14) gebruikt;
- In de huidige tekst, als aangegeven op de site van het koninklijk huis, worden "dood" (couplet 1), "Sauel" (couplet 8) en "herder' (couplet 14) gebruikt.
Overwegende dat
- Wij de poëtische waarde van de dichter, die ons niet met zekerheid bekend is, overeind willen houden en daarom de eindrijm in stand te houden;
- Dat het erg onsamenhangend klinkt als er tegelijkertijd "dood" en "doet" wordt gezongen;
- Wij in de Nederlandse vertalingen van de Bijbel alleen lezen over koning "Saul" en niet over "Sauel";
- Wij het goede gebruik kennen om verwijzingen naar God te beginnen met een kapitaal.
Verzoekt het bestuur
-
De volgende tekst van ons Nederlandse volkslied, Het Wilhelmus, vast te stellen voor de samenzang tijdens de congressen van de SGPJ:
"Wilhelmus van Nassouwe
ben ik, van Duitsen bloed,
den vaderland getrouwe
blijf ik tot in den doet.
Een Prinse van Oranje
ben ik, vrij, onverveerd,
den Koning van Hispanje
heb ik altijd geëerd.
In Godes vrees te leven
heb ik altijd betracht,
daarom ben ik verdreven,
om land, om luid gebracht.
Maar God zal mij regeren
als een goed instrument,
dat ik zal wederkeren
in mijnen regiment.
Lijdt u, mijn onderzaten
die oprecht zijt van aard,
God zal u niet verlaten,
al zijt gij nu bezwaard.
Die vroom begeert te leven,
bidt God nacht ende dag,
dat Hij mij kracht zal geven,
dat ik u helpen mag.
Lijf ende goed tezamen
heb ik u niet verschoond,
mijn broeders, hoog van namen
hebben 't u ook vertoond
Graaf Adolf is gebleven
in Friesland in den slag,
zijn ziel in 't eeuwig leven
verwacht den jongsten dag.
Edel en hooggeboren,
van keizerlijken stam,
een vorst des rijks verkoren,
als een vroom christenman,
voor Godes woord geprezen,
heb ik, vrij onversaagd,
als een held zonder vrezen
mijn edel bloed gewaagd.
Mijn schild ende betrouwen
zijt Gij, o God mijn Heer,
op U zo wil ik bouwen,
Verlaat mij nimmermeer.
Dat ik doch vroom mag blijven,
uw dienaar t'aller stond,
de tirannie verdrijven
die mij mijn hart doorwondt.
Van al die mij bezwaren
en mijn vervolgers zijn,
mijn God, wil doch bewaren
den trouwen dienaar Dijn,
dat zij mij niet verrassen
in haren bozen moed,
hun handen niet en wassen
in mijn onschuldig bloed.
Als David moeste vluchten
voor Saul den tiran,
zo heb ik moeten zuchten
als menig edelman.
Maar God heeft hem verheven,
verlost uit alder nood,
een koninkrijk gegeven
in Israël zeer groot.
Na 't zuur zal ik ontvangen
van God, mijn Heer, het zoet,
daar na zo doet verlangen
mijn vorstelijk gemoed:
welk is, dat ik mag sterven
met ere in het veld,
een eeuwig rijk verwerven
als een getrouwen held.
Niet doet mij meer erbarmen
in mijnen wederspoed
dan dat men ziet verarmen
des Konings landen goed.
Dat u de Spanjaards krenken,
o edel Neerland zoet,
als ik daaraan gedenke,
mijn edel hart dat bloedt.
Als een prins opgezeten
met mijner heireskracht,
van den tiran vermeten
heb ik den slag verwacht,
die, bij Maastricht begraven,
bevreesde mijn geweld;
mijn ruiters zag men draven
zeer moedig in dat veld.
Zo het den wil des Heren
op dien tijd had geweest,
had ik geern willen keren
van u dit zwaar tempeest.
Maar de Heer van hierboven,
die alle ding regeert,
die men altijd moet loven,
en heeft het niet begeerd.
Zeer christlijk was gedreven
mijn prinselijk gemoed,
standvastig is gebleven
mijn hart in tegenspoed.
Den Heer heb ik gebeden
uit mijnes harten grond,
dat Hij mijn zaak wil redden,
mijn onschuld maken kond.
Oorlof mijn arme schapen
die zijt in groten nood,
uw Herder zal niet slapen,
al zijt gij nu verstrooid.
Tot God wilt u begeven,
zijn heilzaam woord neemt aan,
als vrome christen leven,
't zal hier haast zijn gedaan.
Voor God wil ik belijden
en Zijner groten macht,
dat ik tot genen tijden
den Koning heb veracht,
dan dat ik God den Heere,
der hoogsten Majesteit,
heb moeten obediëren
in den gerechtigheid." -
De bovenstaande tekst ook mede te delen aan de moederpartij.
Gaat over tot de orde van de dag
- Lauren Zwemer
- Mathijs van der Tang
- Anne-Marthe de Weerd
- Wouter Dekker
- Gert-Jan van Galen
- Coraline Ruitenbeek
- Ferdinand de Jong
- Rilana de Jonge
- Joske Siebelink
- Timo Tiggelman
- Jens Lukasse
- Erwin Guijt
- Gerbrand van Hoef
Onderteken deze motie:
Deze motie wordt behandeld op:
Andere moties: