Voedsel is een primaire levensbehoefte van iedere mens. De beschikbaarheid van veilig voedsel is wereldwijd daarom prioriteit. Het Europese landbouwbeleid heeft grote impact op die beschikbaarheid. Dit beleid moet rekening houden met de belangen voor de Europese producent én met die van armere delen van de wereld. Liberalisatie in de voedselmarkt moet daarom met de grootste zorg geschieden om te voorkomen dat de voedselvoorraad verkeerd verdeeld wordt.

Bijzondere aandacht verdient de positie van Europese voedselproducenten. De juiste kwaliteitseisen moeten aan hen gesteld worden, maar alleen onder voorwaarde van de juiste prijsverhouding met buitenlandse producten. Eerlijke concurrentie en import van alleen eerlijk voedsel is mogelijk door niet-gecertificeerd voedsel extra te belasten. 

Fairtrade en andere vormen van eerlijk en duurzaam voedsel verdienen de steun van de overheid en de bevolking. Subsidie voor deze producten moet betaald worden uit een belasting op niet-duurzame producten. 

  • Kwaliteitseisen aan de grens bieden hoogwaardige Nederlandse telers een eerlijke markt. Tevens zorgt dit ervoor dat ontwikkelingslanden niet ‘geplunderd’ worden. 
  • Agrarische kennis moet worden ingezet als ontwikkelingshulp. 
  • Duurzame producten moeten worden gesubsidieerd ten koste van niet-duurzaam voedsel. 
  • Regels moeten Europees-breed eerlijk worden gehanteerd.